Europese natuurprojecten leren van elkaar in Brussel tijdens unieke bijeenkomst
Hoog Europees natuurbezoek in Brussel deze week. Maar liefst 80 projectcoördinatoren en deskundigen van Europese natuurprojecten tekenden present voor een drie dagen durende meeting in het teken van uitwisseling. Al deze natuurprojecten hebben een gemeenschappelijke noemer: geïntegreerde projecten van het Europese LIFE-programma. Dat programma heeft als doel de realisatie van Europese topnatuur (Natura 2000) te ondersteunen. Het is nog maar de eerste keer dat alle 15 lopende geïntegreerde projecten uit evenveel lidstaten vertegenwoordigd waren: een uniek moment dus, en meteen ook de perfecte gelegenheid om kennis en good practices, maar ook moeilijkheden met elkaar te delen.
Gastheer van de bijeenkomst was Natuur en Bos van de Vlaamse overheid, dat tevens ook de hoofdpartner is van het LIFE Belgium Nature Integrated Project, of kortweg BNIP. In 2015 werd een projectaanvraag door de Europese Commissie goedgekeurd om een gezamenlijke strategie op poten te zetten, samen met de Waalse en de federale partners en lokale stakeholders.
Tijdens de meeting werden ervaringen rond onder andere communicatie, omgaan met stakeholders en fondsenwerving gedeeld via keynotes en interactieve workshops. Naast uitwisseling lag ook een focus op de opstart van onder andere het nieuwe LIFE-programma 2021-2027. Het BNIP wordt gezien als een voorbeeldproject waarvan veel geleerd kan worden. Daarom stond een belangrijk aandeel van de bijeenkomst volop in het teken van terreinbezoeken. Zo werd in Outgaarden bij Hoegaarden een concreet voorbeeld getoond van samenwerking met de landbouwsector via de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Via doelgerichte ingrepen op terrein, zoals het afwisselend gebruik van gewassen, worden betere leefomgevingen gecreëerd voor de grauwe kiekendief een soort die onder een soortenbeschermingsprogramma valt. Dat wil zeggen dat de soorten extra kwetsbaar zijn en voor hun voortbestaan specifieke acties ondernomen moeten worden. Natagriwal, een Waalse partner in het project, demonstreerde hoe zij de beheerovereenkomsten mee organiseren. Er was daarnaast ook nog een bezoek aan de regio Demerbroeken in Scherpenheuvel-Zichem, waar collega’s van Natuur en Bos, de Vlaamse waterweg en Natuurpunt dan weer een voorbeeld konden tonen van hoe natuur -en waterbeleid samen aangepakt werden.
Tom Andries, coördinator van het BNIP, is meer dan tevreden: “Deze driedaagse was buitengewoon interessant. Het geeft echt een boost om te zien hoeveel energie er op Europees niveau in deze projecten gestoken wordt. Daarnaast valt ook op dat we vaak met dezelfde moeilijkheden kampen. Het is dus relevant om samen naar mogelijke oplossingen te zoeken en van elkaar te leren.”
Het is duidelijk dat samenwerking tussen verschillende projecten nuttig en nodig is. Een breder uitwisselingsplatform zal opgestart worden om nog korter op de bal te kunnen spelen en sneller van elkaar te kunnen leren.